Als werkgever moet je je werknemer jaarlijks vakantiegeld uitbetalen. Meestal is dat in mei of in juni. Word je dit jaar geconfronteerd met tegenvallende resultaten? Dan overweeg je wellicht om het vakantiegeld later uit te betalen. Of misschien zelfs wel helemaal niet. Wanneer mag dat?
Wettelijk is vastgelegd dat een werknemer recht heeft op minimaal 8% vakantiegeld over het brutoloon. Van deze regel kun je alleen in bijzondere gevallen afwijken:
Let op. Hoewel in de praktijk wordt gesproken over vakantiegeld of soms vakantietoeslag, is de wettelijke term hiervoor vakantiebijslag.
In de cao of arbeidsovereenkomst staat wanneer het vakantiegeld moet worden uitbetaald. Vaak is dat één keer per jaar in mei of in juni, maar partijen kunnen een ander moment of andere frequentie afspreken. Sommige werknemers ontvangen het vakantiegeld bijvoorbeeld maandelijks. Voorwaarde is wel altijd dat uitbetaling minimaal één keer per kalenderjaar plaatsvindt.
Uitgangspunt is (dus) dat je het vakantiegeld jaarlijks moet uitbetalen. Daarvan kun je in principe niet afwijken, óók niet als je werknemer daarmee instemt. Op dit uitgangspunt geldt één belangrijke uitzondering. Want met een werknemer die meer dan een drievoud van het minimumloon verdient, kun je wel afspraken maken over het niet uitbetalen van het vakantiegeld.
Let op. Stemt de werknemer (wellicht eenmalig) in met het niet uitbetalen van het vakantiegeld? Zorg er dan voor dat je deze afspraak vastlegt in een schriftelijke overeenkomst.
Verdient jouw werknemer niet meer dan 3 keer het minimumloon? Of gaat de werknemer met een brutomaand salaris van € 5.054,40 of meer niet akkoord met het (eenmalig) inhouden van het vakantiegeld? Dan kun je onderzoeken of je werknemer ervoor open staat om afspraken te maken over een uitgestelde betaling van het vakantiegeld.
Let op. Een latere uitbetaling kun je dus nooit eenzijdig bepalen. Je hebt altijd de uitdrukkelijke instemming van de betreffende werknemer nodig
Stemt je werknemer in met een latere uitbetaling van het vakantiegeld? Zorg er dan voor dat je hierover duidelijke afspraken maakt en zet deze op papier. Zo voorkom je onnodige discussies achteraf.
Tip. Zorgt het eenmalig uitbetalen van vakantiegeld vaker voor liquiditeitsproblemen? Dan biedt wellicht het maandelijks uitbetalen van het vakantiegeld een oplossing. Je moet dit dan wel vastleggen in de arbeidsovereenkomst én apart vermelden op de loonstrook.
Betaal je het vakantiegeld niet (op tijd)? Dan kan de werknemer betaling via de kantonrechter afdwingen. Bovendien ben je naast de wettelijke rente over het te laat betaalde bedrag ook een wettelijke boete verschuldigd die kan oplopen tot wel 50% van het verschuldigde vakantiegeld.
Tip. Staat je werknemer ervoor open om afspraken te maken over een latere uitbetaling? Denk er dan goed over na wat wél haalbaar is. Houd je je namelijk niet aan de gemaakte afspraken, dan kan de werknemer het vakantiegeld alsnog via de kantonrechter afdwingen, met alle financiële consequenties van dien.
Loop je tegen problemen aan bij het uitbetalen van het vakantiegeld? Wij helpen je graag bij het vinden van de juiste oplossing. Neem vrijblijvend contact op via telefoonnummer 040 – 298 67 84 of via info@looijmansjuristen.nl.